|
||||||||
Een vrouwelijke jazzbassist is al een witte raaf en dan ook nog een die leider/componist is, helemaal. Eva Kruse (Hamburg, 1978) daar gaat het over, zij studeerde contrabas en improvisatie van 1998 tot 2003 aan de universiteit UdK in Berlijn met onderwijzers als Sigi Bush en David Friedman. Ze vertrok naar Zweden om te studeren met bassist/professor Anders Jormin in Göteborg. Ze was lid van het gerespecteerde Duitse jeugdorkest “BuJazzO” waar ze onderricht kreeg van pianist John Taylor die haar inspireerde tot het schrijven van muziek voor verschillende bands en projecten. In 2002 vormde zij haar eigen band met pianist Michael Wollny en drummer Eric Schaefer onder de naam Eva Kruze Trio, de naam wijzigde zich in Trio (em) en daarna in Michael Wollny’s (em), er werden 5 albums uitgebracht op het respectabele ACT label. Ze was ook lid van de groep Firomanum, het Arne Jansen Trio en het groove collective SOAP en tussendoor was ze ook actief in New Eyes on Baroque (NEOB), in 2012 begon ze met haar eigen project “In Water” met Tjadina Würdinger (hobo) en Uwe Steinmetz (sax), Bugge Wesseltoft (piano) en drummer Christian Jormin. Deze muzikanten zijn ook te horen op haar nieuwste album “New Legend” met uitzondering van Bugge Wesseltoft die inmiddels actief is in het trio Rymden, zijn plaats wordt ingenomen door Christian Jormin. Alle composities zijn geschreven door Eva Kruse met uitzondering van “I nadens ar” van Peter Liljeqvist, zo’n titel verwijst naar Zweden en dat klopt, de cd is opgenomen in Gothenburg en Christian Jormin bezit ook de Zweedse nationaliteit. Het is niet alleen de aanwezigheid van een hobo die het geluid van deze cd een min of meer klassiek karakter geeft, de muziek klinkt vrij sereen zonder het specifieke karakter van de jazz te verliezen, er zit een krachtige onderhuidse boodschap in deze muziek die ervoor zorg draagt dat het muzikale niveau van dit album het gemiddelde verre ontstijgt . Het openings- en titelnummer “New Legend” begint met een delicate solo op de hobo, waarna zich een fraai web ontwikkelt tussen de verschillende instrumenten, eindigend met een gloedvolle solo op de bas van Eva en de sax van Uwe, daarna wordt er overgeschakeld in een hogere versnelling en passeert iedereen nog een keer in topspeed. “Passacaglia“, een benaming uit de klassieke muziek o.a. gebruikt door Bach, geeft goed de klankkleur van dit nummer aan, klassiek getint met fraaie hobo klanken. Zo wisselt het klankbeeld op dit album voortdurend tussen rustige bijna klassieke klanken (“Epilog”) en vrolijk springerige jazzmelodieën (“Still on the Mo”- Der Hahn ist tot) met de nodige humor. De gedragen sfeer heeft wel de overhand maar er is altijd die ondertoon die ervoor zorgt dat het geenszins monotoon of somber wordt, nee deze muziek maakt de mens vrolijker in deze duistere tijden. De epiloog met het wonderschone “I nadens ar” klinkt daardoor als een hoopvol handvat dat de angst kan verjagen. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||